Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·by·speel·goed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord babyspeelgoed -
verkleinwoord babyspeelgoedje babyspeelgoedjes

Zelfstandig naamwoord

het babyspeelgoedo

  1. (speelgoed) speelmateriaal dat geschikt is voor een baby
Vertalingen

Gangbaarheid