Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ba·bi·roe·sa's
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord babiroesa's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de babiroesa'smv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord babiroesa
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) Babyrousa   een geslacht van varkensachtige hoefdieren. De naam "babiroesa" is een samenstelling van de Indonesische woorden "babi" (varken) en "rusa" (hert)
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie