Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • baan·re·cord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord baanrecord baanrecords
verkleinwoord baanrecordje baanrecordjes

Zelfstandig naamwoord

het baanrecordo

  1. (sport) een beste sportprestatie die ooit op een bepaalde plaats is behaald
     Roest excelleert met baanrecord op 5.000 meter in Thialf[2]
     Baanrecord en dertigste wereldbekerzege bobsleeër Friedrich[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Schaatsen
    “Roest excelleert met baanrecord op 5.000 meter in Thialf” (Zondag 24 januari 2021, 17:34), NOS
  3.   Weblink bron
    NOS Sport
    “Baanrecord en dertigste wereldbekerzege bobsleeër Friedrich” (Zondag 29 november 2020, 22:41), NOS