Nederlands

 
baanatletiek
Uitspraak
Woordafbreking
  • baan·at·le·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord baanatletiek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de baanatletiekv

  1. (sport) alle sporten die op een atletiekbaan kunnen worden uitgeoefend
     In 2008 was hij de beste op de tien kilometer bij de NK baanatletiek. Ook was hij een verdienstelijk veldloper.[1]
     Vier keer olympisch kampioen, zes keer wereldkampioen. Op Mo Farah stond de afgelopen jaren geen maat op de 5.000 en de 10.000 meter. Maar na vanavond is het afgelopen. Want bij de Diamond League-wedstrijden in Zürich neemt Farah afscheid van de baanatletiek. Vijf vragen aan NOS-atletiekcommentator Léon Haan.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Meervoudig Nederlands kampioen Stitzinger stopt met atletiek” (Woensdag 31 mei 2017, 18:41), NOS
  2.   Weblink bron “'Farah was de koning van de laatste zes jaar'” (Donderdag 24 augustus 2017, 13:13), NOS