Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bè·ta·blok·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bètablokker bètablokkers
verkleinwoord bètablokkertje bètablokkertjes

Zelfstandig naamwoord

de bètablokkerm

  1. (medisch) een geneesmiddel met anti-ischemische, anti-aritmische en anti-hypertensieve eigenschappen, toegepast in de cardiologie en hematologie, waardoor o.a. de bloeddruk omlaag gaat
    • De bètablokkers propanolol en atenolol zijn effectief gebleken bij de farmaco­therapie van het specifieke subtype SAS en niet bij het gegeneraliseerde subtype. 
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be