Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • axel
Woordherkomst en -opbouw
  • eponiem: genoemd naar de Noorse schaatser Axel Paulsen  , die deze sprong in 1882 voor het eerst uitvoerde, in de betekenis van ‘figuur bij kunstrijden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1984 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord axel axels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de axelm

  1. (sport) (kunstschaatsen) sprong met een aantal verticale wentelingen in de lucht

Gangbaarheid

55 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Zweeds

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

axel g

  1. schouder
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   axel     axeln     axlar     axlarna  
genitief   axels     axelns     axlars     axlarnas  
Verwante begrippen