avfolkingskommune

  • av·fol·kings·kom·mu·ne
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   avfolkingskommune     avfolkingskommunen     avfolkingskommuner     avfolkingskommunene  
genitief   avfolkingskommunes     avfolkingskommunens     avfolkingskommuners     avfolkingskommunenes  

avfolkingskommune, m

  1. (demografie), (politiek) een gemeente met bevolkingsdaling, een gemeente met bevolkingskrimp
    «Er Lindesnes en avfolkingskommune?»
    Is Lindesnes een gemeente met bevolkingskrimp?


  • av·fol·kings·kom·mu·ne
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   avfolkingskommune     avfolkingskommunen     avfolkingskommunar     avfolkingskommunane  

avfolkingskommune, m

  1. (demografie), (politiek) een gemeente met bevolkingsdaling, een gemeente met bevolkingskrimp