autoritatief
- au·to·ri·ta·tief
- afleiding van autoriteit met het achtervoegsel -ief
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | autoritatief | autoritatiever | autoritatiefst |
verbogen | autoritatieve | autoritatievere | autoritatiefste |
partitief | autoritatiefs | autoritatievers | - |
autoritatief [1]
- autoritair
- betrokken, begripvol en accepterend maar ook controlerend, veeleisend en gezaghebbend (met name als eigenschap van de opvoeding)
- ▸ Een autoritatieve opvoeding is een opvoedingsstijl die zowel betrokken, begripvol en accepterend als controlerend, veeleisend en gezaghebbend is tegenover het kind. Deze stijl van opvoeden stelt redelijke grenzen, geeft uitleg, toont begrip en doet al deze dingen met gezag.[2]
- Het woord autoritatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Autoritatieve opvoeding” (geraadpleegd 8 februari 2021), Wikipedia