automobielindustrie
- au·to·mo·biel·in·dus·trie
- samenstelling van automobiel zn en industrie zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | automobielindustrie | automobielindustrieën |
verkleinwoord |
de automobielindustrie v
- (economie) bedrijfstak die auto's produceert
- ▸ Ook koopt het bedrijf een nieuwe haspel waarmee extra dik staal kan worden opgerold. Het bedrijf wil hoogwaardig staal maken voor de automobielindustrie. De fabrikanten willen steeds dunner staal, maar dat staal moet ook steeds steviger zijn.[2]
- ▸ De RAI vereniging liet onlangs weten dat rekeningrijden waarschijnlijk de enige optie is om de files echt te bestrijden. Een omslag bij de branchevereniging voor rijwiel- en automobielindustrie.[3]
- ▸ De China Hi-Tech Group Company (CHTC) nam in december 2011 Ginaf over. Het bedrijf was kort daarvoor kopje-onder gegaan door onder meer de malaise in de bouwsector. Ginaf is de Nederlandse marktleider in de productie van trucks voor de internationale (mijn)bouw en zwaar transport. CHTC is eigenaar van verschillende bedrijven en merknamen in de automobielindustrie.[4]
- Het woord automobielindustrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Tata steekt honderden miljoenen in IJmuiden” (Dinsdag 28 juni 2016, 11:45), NOS
- ↑ Weblink bron “'Alarmerende groei economische schade door files'” (Woensdag 23 november 2016, 06:42), NOS
- ↑ Weblink bron “Het geheim van de Chinezen” (Vrijdag 22 augustus 2014, 14:31), NOS