• au·dit·kan·toor
enkelvoud meervoud
naamwoord auditkantoor auditkantoren
verkleinwoord auditkantoortje auditkantoortjes

het auditkantooro

  1. bedrijf dat onafhankelijke controles uitvoert naar de bedrijfsvoering van bedrijven en organisaties
     De twee accountants die zondag bij de Oscar-uitreiking aan het werk waren voor PricewaterhouseCoopers, het auditkantoor dat al 83 jaar verantwoordelijk is voor het tellen van de stemmen en het beheer van de enveloppen, zijn niet meer welkom bij de ceremonie. Dat heeft de Academy of Motion Picture Arts and Sciences gemeld.[1]
     De verkoop van die winkels liep echter niet van een leien dakjes. In een eerste fase mocht Ahold Delhaize zelf kopers zoeken. Ahold Delhaize kreeg de zaak echter niet rond. Twee winkels in Antwerpen bleven een probleem. De BMA greep in door het auditkantoor Mazars het verkoopproces toe te vertrouwen waarbij Mazars gelijk welk aanbod, hoe slecht ook, in aanmerking kon nemen.[2]
  1.   Weblink bron “Academy wil blunderende accountants nooit meer bij Oscars zien” (Redactie 02-03-17, 00:36 Laatste update: 02-03-17, 00:50 Bron: Belga), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Pascal Dendooven
    “Fusie Ahold Delhaize in België nu echt mogelijk” (Woensdag 4 oktober 2017 om 17:34), De Standaard