Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·set·strip·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord assetstripper assetstrippers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de assetstripperm

  1. (economie) iemand die bedrijven ontmantelt, de minder rendabele onderdelen wegsnoeit en veel personeel ontslaat
     Ik zal uit alle macht proberen te voorkomen dat Checkers in handen valt van een een buitenlandse assetstripper die het bedrijf in stukken opdeelt en doorverkoopt.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. assetstripper op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Serge Martinengo geciteerd door Geert van Asbeck
    “Jacht op bedrijven Zuid-Afrika ingezet” (30 mei 1991) op nrc.nl