Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·mo·gend·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord asmogendheid asmogendheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de asmogendheidv

  1. (geschiedenis) (militair) (politiek) één van de mogendheden Duitsland, Italië en Japan die voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog een alliantie vormden

Gangbaarheid

Meer informatie