asfaltbeton
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: asfaltbeton (hulp, bestand)
Woordafbreking
- as·falt·be·ton
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | asfaltbeton | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het asfaltbeton o
- materiaal dat wordt samengesteld uit minerale aggregaten en bitumen dat wordt gebruikt als wegverhardingsmateriaal
- Het is niet makkelijk een betrouwbaar getal te vinden voor de blootstelling van Nederlanders aan bandenslijtstof. Maar via onderzoek van Deltares en TNO dat wordt aangehaald in het tijdschrift Milieu van september 2015 is een schatting te maken. Dankzij het gebruik van zoab (zeer open asfaltbeton) op snelwegen komt hier relatief weinig bandenslijtstof in de lucht. In Nederland gaat het jaarlijks om zo’n 1.040 ton bandenslijpsel. Dat komt ongeveer overeen met 30.000 versnipperde autobanden. Ter vergelijking: op een kunstgrasveld ligt volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een hoeveelheid rubberkorrels gelijk aan 20.000 banden.[2]
Vertalingen
1. materiaal dat wordt samengesteld uit minerale aggregaten en bitumen...
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord asfaltbeton staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Sander Voormolen 3 januari 2017