Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·ty
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen arty artyer artyst
verbogen artyste
partitief arty's artyers -

Bijvoeglijk naamwoord

arty

  1. (pejoratief) zichzelf kunstzinnig noemend zonder het echt te zijn
     Het museum noemt zich op de eigen website ’groots, actueel, kritisch, trendy, revolutionair, arty, krachtig, inspirerend. Dat, en nog zoveel meer, is Afrika!’[2]
     ARTY & FUNKY IN DUITSLAND[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. arty op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Activisten stelen beeld uit Afrika Museum Berg en Dal” (14 sep. 2020), De Telegraaf
  3.   Weblink bron “De beste vintage shops in België (en wat verder)” (02 november 2019), De Standaard