artemisia
- ar·te·mi·sia
- eponiem van Neolatijn Artmisia, afgeleid van Artemis met het achtervoegsel -ia, de Griekse godin van de jacht , geschreven met een kleine letter volgens spellingregel 16.A [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | artemisia | |
verkleinwoord |
de artemisia v
- (bloemplanten) benaming voor planten uit het geslacht Artemisia , behorend tot de composietenfamilie (Asteraceae )
- ▸ Ik wou ook eens een paar gewone planten, zoals andere mensen hebben: lavendel, stokroos, artemisia, salvia, sedum, achillea; hun aanwezigheid op de lijst was louter en alleen verklaarbaar uit het feit dat ze het bij mij thuis niet doen.[2]
- Het woord artemisia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "artemisia" herkend door:
35 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ artemisia op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Sarah Hart“Het koninklijke zaad” (11 september 1993) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be