arccosinus
- Geluid: arccosinus (hulp, bestand)
- arc·co·si·nus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arccosinus | arccosinussen |
verkleinwoord | arccosinusje | arccosinusjes |
de arccosinus m
1.
- Het woord 'arccosinus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.