arcade
- ar·ca·de
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘boogstelling’ voor het eerst aangetroffen in 1618 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arcade | arcaden arcades |
verkleinwoord | - | - |
- (bouwkunde) op twee kolommen rustende boog
- Het woord arcade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "arcade" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "arcade" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ arcade op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be