arbeidsvoorziening

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·voor·zie·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsvoorziening arbeidsvoorzieningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de arbeidsvoorzieningv

  1. (economie) maatregelen door de overheid genomen om vraag en aanbod van arbeidskrachten op elkaar af te stellen
    • In de huidige economische hausse is het voor werkgevers knap lastig om geschikt personeel te vinden. Werkzoekenden hebben de banen vaak voor het oprapen. Bedrijven die minder aantrekkelijke banen bieden vangen bot. In het midden- en kleinbedrijf had in juli veertig procent één of meerdere vacatures. In vergelijking met juli vorig jaar is dit een toename van 80 procent. Arbeidsvoorziening in Rotterdam kan 49 procent van de vacatures in de gezondheidszorg en 54 procent in de zakelijke dienstverlening niet vervullen. Volgens MKB Nederland kan 49 procent van de transportbedrijven en 36 procent van de horecabedrijven onvoldoende personeel vinden. Uiteenlopende bedrijven in de horeca, gezondheidszorg, transport, openbaar vervoer, land- en tuinbouw, beveiliging en detailhandel lijken daarmee op elkaar. Allemaal hebben ze een schreeuwende behoefte aan extra personeel.[2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Maarten Veeger 11 augustus 1998