Nederlands

 
arbeidskorting anno 2013
Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·beids·kor·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidskorting arbeidskortingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de arbeidskortingv

  1. verlaging van de inkomstenbelasting voor mensen die betaald werk verrichten
    • Wie werkt, krijgt een flinke belastingverlaging door hogere arbeidskorting en lager tarief in tweede en derde schijf. Wie vermogen heeft, hoeft over groter deel geen belasting te betalen. [1] 
    • Voor flexwerkers is het niet aantrekkelijk om weer aan de slag te gaan nadat ze in de ziektewet hebben gezeten. Volgens de onderzoekers heeft dat een negatieve financiële consequentie, omdat flexwerkers dan hun recht op arbeidskorting verliezen. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen