• ar·beids·cir·cuit
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidscircuit arbeidscircuits
verkleinwoord - -

het arbeidscircuito

  1. (economie) geheel van bedrijvigheid waarin je in verschillende banen bij meerdere werkgevers toch vergelijkbaar werk kan blijven vinden en een loopbaan kan maken
     Ze verdwijnen in de criminaliteit, de prostitutie of in het illegale arbeidscircuit.[1]
     Eén van de nieuwe strategieën zou kunnen zijn dat mensen zich veel meer op een 'levensloop georiënteerde' arbeidscarrière richten, dat wil zeggen veel meer denken in 'eerste en tweede carrières'. Men probeert eerst uit wat men als topfunctie kan bereiken, voert die een tijdlang uit, maar maakt vervolgens een stap 'terug' of in een andere richting waar, in een nieuw arbeidscircuit, de opgedane ervaring ten nutte gemaakt wordt.[2]
  1.   Weblink bron
    Tommy Wieringa
    “De verdwenen kinderen” (18 januari 2020) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Gijs Beets & Kees Knipscheer
    “AOW vanaf 75e is zo gek nog niet” (12 december 1994) op nrc.nl