arbeidsbeweging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·beids·be·we·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsbeweging | arbeidsbewegingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de arbeidsbeweging v
- organisatie van arbeiders
- ▸ Swiggers is intussen vereffenaar van Arco, de financiële holding van de christelijke arbeidsbeweging. Ook daarvoor kreeg ze al kritiek, een groep coöperanten eist haar aftreden als vereffenaar omdat ze niet objectief zou zijn.[2]
- ▸ Maar de tegenstelling binnen de arbeidsbeweging was er nu eenmaal, die was heel reëel en duidelijk, ook binnen de afdeling van de sociaaldemocratische partij in Stockholm, waar ze tot 'links'behoorde, zoals sommige jongere kameraden minachtend zeiden terwijl ze eigenlijk áfwijkend links' bedoelden.[3]
- alle bewegingen die men maakt tijdens het uitoefenen van een beroep
Synoniemen
- [1] vakbond
Gangbaarheid
- Het woord arbeidsbeweging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Wim Lecluyse“Mandaat oud-topvrouw Arco bij Nationale Bank verlengd” (25/04/2014), De Standaard
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149