arbeiderscentrale


  • ar·bei·ders·cen·tra·le
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeiderscentrale arbeiderscentrales
verkleinwoord

de arbeiderscentralev / m [1]

  1. (economie) (politiek) vakverbond van arbeiders
     De goedkeuring van de christelijke metaal- en textielcentrale is de eerste aanwijzing hoe de christelijke vakbond zal stemmen over het loonakkoord. Heel wat afdelingen van de socialistische vakbond lieten zich al kritisch uit over het ontwerp. De Algemene Centrale, de grootste arbeiderscentrale binnen het ABVV, verwierp het akkoord al.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Christelijke metaalvakbond keurt loonakkoord wél goed” (Woensdag 20 maart 2019 om 13:45), De Standaard