apreciar
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aprecio | apreciava | apreciat |
1e vervoeging | volledig |
- a·pre·ciar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
apreciar |
apreciaba |
apreciado |
volledig |
apreciar
- waarderen, achten
- appreciëren, op prijs stellen
- taxeren, ramen, begroten, schatten
- waarnemen
- opwaarderen