• ap·pel·sie·nen·boom
enkelvoud meervoud
naamwoord appelsienenboom appelsienenbomen
verkleinwoord appelsienenboompje appelsienenboompjes

de appelsienenboomm

  1. (plantkunde) Citrus sinensis   boom waaraan sinaasappels groeien
     De wetenschappelijke wereld in Brazilië heeft ook succes geoogst. Lokale onderzoekers slaagden er namelijk als eerste groep in een ontwikkelingsland in om aan genetische sequentiebepaling te doen. Ze slaagden erin om de genetische structuur te achterhalen van bacteriën die appelsienenbomen aanvallen. Daarmee haalden ze de eerste pagina van het wetenschappelijk magazine[1]
     Een stroom tankwagens slingert naar beneden van het plateau van Sao Paulo, waar appelsienenbomen welig tieren, naar een speciale terminal in de haven van Santos. Het bevrozen en geconcentreerde appelsienensap wordt verder gekoeld tot 20 graden onder nul en in de laadruimte van grote tankers geladen. Die tankers lijken sterk op olietankers. Van daar vertrekken ze naar ontbijttafels over de hele wereld.[2]


  1.   Weblink bron “FT. Brazilianen willen munt slaan uit hun planten” (Maandag 3 september 2001 om 00:00), De Standaard
  2.   Weblink bron “FT. Brazilië hoopt op vrijere wereldhandel” (Donderdag 8 november 2001 om 00:00), De Standaard