• apo·graaf
enkelvoud meervoud
naamwoord apograaf apografen
verkleinwoord - -

de apograafm

  1. handschrift dat vanaf het origineel van de eigenlijke auteur door een kopiist of secretaris is overgeschreven naar een voorbeeldtekst
33 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[2]