antarctische tandvis
- (IPA in voorbereiding)
- an·tarc·ti·sche tand·vis
- verbinding van antarctische en tandvis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antarctische tandvis | antarctische tandvissen |
verkleinwoord | antarctisch tandvisje | antarctische tandvisjes |
de antarctische tandvis m
- (straalvinnigen) Dissostichus mawsoni een straalvinnige vissensoort uit de familie van ijskabeljauwen (Nototheniidae ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1937 door Norman
- antarctische vissen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'antarctische tandvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.