• ani·ma·tor
enkelvoud meervoud
naamwoord animator animators
animatoren
verkleinwoord animatortje animatortjes

de animatorm [3]

  1. (beroep) iemand die animeert
  2. (beroep) iemand die animatiefilms maakt
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]