angejiddeld
- Geluid: angejiddeld (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɑŋgəjɪdəlt/
- an·ge·jid·deld
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | angejiddeld | angejiddelder | angejiddeldst |
verbogen | angejiddelde | angejiddeldere | angejiddeldste |
partitief | angejiddelds | angejiddelders | - |
angejiddeld
- (Jiddisch-Hebreeuws) zich als niet-Jood thuis voelend in een Joodse omgeving
- Of je bent alleen maar angejiddeld: je verkeert graag onder joodse vrienden en kent veel jiddische woorden, terwijl je geen aantoonbaar joods bloed hebt. [2]
- Het woord angejiddeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.