• an·es·the·ti·cum
  • Een tatsam-afleiding van het Oudgriekse αν- (an-, "zonder") en αἴσθησις (aisthēsis, "gewaarwording") ( met het achtervoegsel -icum).
enkelvoud meervoud
naamwoord anestheticum anesthetica
verkleinwoord

het anestheticumo

  1. (medisch) pijnverdovend middel
    • Er wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen lokale en globale anesthetica.