andas v mv

  1. wandelstok


vervoeging van
andar

andas

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van andar
vervoeging van
andarse

andas

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van andarse


  • and·as
Naar frequentie 837
stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
andas
andades
andats
s-verb volledig

andas

  1. overgankelijk, werkwoord met -s, (biologie) ademen
    «Det är så tyst att hon kan höra katten andas
    Het is zo stil dat ze de kat kan horen ademen.
  2. herademen
  • [1]: andas häftigt
zwaar ademen

andas

  1. onbepaalde wijs bedrijvende vorm van andas

andas

  1. gebiedende wijs van andas
  • "andas" is een deponent werkwoord. Dat wil zeggen, de betekenis ist actief ("ademen"), maar de woordvorm is passief (s-verb).

andas

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van anda