ambulancedienst
- Geluid: ambulancedienst (hulp, bestand)
- IPA: / ɑmbyˈlɑ̃səˌdinst / (5 lettergrepen)
- am·bu·lan·ce·dienst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ambulancedienst | ambulancediensten |
verkleinwoord | - | - |
de ambulancedienst m
- organisatie die zich toelegt op ziekenvervoer
- (militair) inzet bij eerste behandeling en vervoer van gewonden
- (…) prof. dr. F.M.J.A. Roels liet zich in 1942 keuren voor ambulancedienst aan datzelfde Oostfront, maar tot werkelijke dienst is het bij hem niet gekomen. [4]
- Hij legde er de nadruk op dat iedere taak in oorlogstijd een krijgsverrichting is. Ook ambulancedienst, ook het verspreiden van post of het rondbrengen van voedsel. [5]
- Het woord ambulancedienst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Hoogenboom, B.Als ik minister van justitie word, pak ik alles anders aan (6 januari 2017) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-05-22
- ↑ Voormolen, S.Ebola bedreigt Congo-rivier (15 mei 2018) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-05-22
- ↑ Stroom, G. van der"Sicherheitsdienst aan Germanisches Forschungsinstitut in den Niederlanden: Jac. van Ginneken ‘deutschfeindlich’" in: Voortgang. jrg. 26 (2008) Stichting Neerlandistiek VU, Amsterdam / Nodus Publikationen, Münster; ISBN 9789088800085; p. 342; geraadpleegd 2019-05-22
- ↑ Kooiman, D.A.De vertellingen van een verloren dag. (1980) De Harmonie, Amsterdam; ISBN 9061691060; p. 181; geraadpleegd 2019-05-22