Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·ve·o·li·tis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alveolitis
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de alveolitisv

  1. (medisch) ontsteking van de longblaasjes
    • Gelukkig had in geen alveolitis. 
  2. (medisch) ontsteking van de tandkas
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
alveolitis -

Zelfstandig naamwoord

alveolitis

  1. (medisch) alveolitis (beide betekenissen).