altfluit
  • alt·fluit
enkelvoud meervoud
naamwoord altfluit altfluiten
verkleinwoord

de altfluitv / m

  1. een grotere en lagere versie van de dwarsfluit. Deze fluit in G (sol) is een transponerend instrument en klinkt een kwart lager dan de dwarsfluit. Omwille van haar lengte wordt ze soms gebouwd met een gebogen kopstuk, wat voor sommigen het bespelen ervan gemakkelijker maakt.
    • In Klaus Langs Die drei goldene Schatten, een opdrachtwerk, hoefde de chef nog slechts rustig de maat te slaan, één hand werkeloos naast het lichaam. Een beschroomde altfluit draagt een extreem vertraagde melodie in een langgerekt schaduwspel tussen pianissimo en nóg zachter. [2] 
    • Om verder te komen als professioneel musicus heeft Maartje Valk echter ook een altfluit nodig. Die kost 14.000 euro. 10.000 euro had ze al binnen. De laatste 4.000 euro is nu met een crowdfund-actie ook binnen, laat zij weten. Het heeft slechts twee weken geduurd. 45 mensen hebben een donatie gedaan. [3] 
    • Soms heb je het gevoel teruggeworpen te worden in de tijd. Die ervaring had ik bij het beluisteren van de cd waarop Severin van Dijk (1983) dwarsfluit en altfluit bespeelt met begeleiding van een strijkkwintet, hobo en althobo, harp en percussie. [4] 
88 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[5]