als de katjes muizen, dan miauwen ze niet

  • als de kat·jes mui·zen, dan mi·au·wen ze niet

verbinding van  als, de, katjes, muizen, dan, miauwen, ze  en niet

als de katjes muizen, dan miauwen ze niet

  1. (spreekwoord) als jongelui aan het eten zijn, wordt er niet veel gesproken
      Moeder sust hem wat en de drie anderen door den schroei of doei (honger) gedreven, komen naderbij en beginnen te schranzen (eten) van wat ben je me. Ze muizelen en smikkelen (eten) alles gruizig (gretig) op. Hoe reuzig, doenig, druistig of woeg (wild, druk) ze anders ook wezen mogen, nu ze mondgauw (etende) zijn komt 't spreekwoord tot zijn recht: als de katjes muizen, dan miauwen ze niet.[1]
  1.   Weblink bron
    Jac. van Ginneken & H.J. Endepols
    “De regenboogkleuren van Nederlands taal.” (1917), L.C.G. Malmberg, Nijmegen, p. 165