• (IPA in voorbereiding)
  • al·pen·gier·zwa·luw
enkelvoud meervoud
naamwoord alpengierzwaluw alpengierzwaluwen
verkleinwoord alpengierzwaluwtje alpengierzwaluwtjes

de alpengierzwaluwv / m

  1. (gierzwaluwachtigen) Tachymarptis melba   een soort gierzwaluw. Met een spanwijdte van 50 tot 58 centimeter en een gewicht tot 120 gram is deze zwaluw veel groter dan de boerenzwaluw of huiszwaluw. Hij is echter niet nauw verwant met deze zangvogelsoorten, aangezien hij bij de gierzwaluwachtigen hoort