Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • al·da·bra·bril·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aldabrabrilvogel aldabrabrilvogels
verkleinwoord aldabrabrilvogeltje aldabrabrilvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de aldabrabrilvogelm

  1. (zangvogels) Zosterops aldabrensis   een zangvogel uit de familie Zosteropidae   (brilvogels). De vogel werd in 1894 door Robert Ridgway   als aparte soort geldig beschreven, maar daarna vooral opgevat als een ondersoort van de madagaskarbrilvogel (Z. maderaspatanus). Op grond van in 2014 gepubliceerd onderzoek kan de vogel weer als aparte soort worden beschouwd. Het is een endemische vogelsoort op het eiland Aldabra  
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie