Nederlands

 
[1] agraaf
 
[2] agraaf
Uitspraak
Woordafbreking
  • agraaf
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord agraaf agraven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de agraafm

  1. ijzerdraad rond de kurk van een champagnefles
  2. metalen sluiting
  3. (muziek) een onderdeel van sommige piano's
Synoniemen

Gangbaarheid

20 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be