afzwoegen
- af·zwoe·gen
- samenstelling van af bw en zwoegen ww
afzwoegen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afzwoegen |
zwoegde af |
afgezwoegd |
zwak -d | volledig |
- zo hard werken dat men uitgeput raakt
- Het woord 'afzwoegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afzwoegen" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be