Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·zet·groei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afzetgroei
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de afzetgroeim

  1. (economie) toename van de verkoop van bepaalde producten
     De collectieve acties door niet-commerciële organisaties als gemeenten, de VEH en de stichting Natuur en Milieu kunnen daarom beter worden afgeschaft, vindt Van Amerongen. "Collectieve acties hebben veel bereikt. Ze hebben gezorgd voor een behoorlijke afzetgroei. Nu breekt de tijd aan voor maatschappelijke organisaties en overheden om mensen wat volwassener te gaan behandelen. In plaats van het voor hun te regelen, moeten ze voortaan mensen gaan voorlichten over hoe ze zelf een installateur moeten kiezen."[1]
     Al deze producten, die bij westerse consumenten al lang bekend zijn, moeten nu aan de man worden gebracht in de nieuwe wereld. Want de afzetgroei van vorig jaar heeft Unilever te danken aan de opkomende markten. De consumenten in Europa en de Verenigde Staten lieten het afweten. In India, China en Brazilië is de verkoop vorig jaar juist heel goed geweest.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Zonnepaneelsector boos om acties” (Maandag 16 december 2013, 11:39), NOS
  2.   Weblink bron
    Jacqueline Eckmann
    “Unilever leert China ijsjes eten” (Vrijdag 5 februari 2010, 12:22), NOS