afzetgroei
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afzetgroei (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·zet·groei
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van afzet zn en groei zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afzetgroei | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de afzetgroei m
- (economie) toename van de verkoop van bepaalde producten
- ▸ De collectieve acties door niet-commerciële organisaties als gemeenten, de VEH en de stichting Natuur en Milieu kunnen daarom beter worden afgeschaft, vindt Van Amerongen. "Collectieve acties hebben veel bereikt. Ze hebben gezorgd voor een behoorlijke afzetgroei. Nu breekt de tijd aan voor maatschappelijke organisaties en overheden om mensen wat volwassener te gaan behandelen. In plaats van het voor hun te regelen, moeten ze voortaan mensen gaan voorlichten over hoe ze zelf een installateur moeten kiezen."[1]
- ▸ Al deze producten, die bij westerse consumenten al lang bekend zijn, moeten nu aan de man worden gebracht in de nieuwe wereld. Want de afzetgroei van vorig jaar heeft Unilever te danken aan de opkomende markten. De consumenten in Europa en de Verenigde Staten lieten het afweten. In India, China en Brazilië is de verkoop vorig jaar juist heel goed geweest.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord afzetgroei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Zonnepaneelsector boos om acties” (Maandag 16 december 2013, 11:39), NOS
- ↑ Weblink bron Jacqueline Eckmann“Unilever leert China ijsjes eten” (Vrijdag 5 februari 2010, 12:22), NOS