afwering
- af·we·ring
- naamwoord van handeling van afweren met het achtervoegsel -ing [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afwering | afweringen |
verkleinwoord | - | - |
de afwering v
- verdediging of bescherming tegen iets of iemand
- Het andere reliëf is een allegorie van de bescherming tegen verraad: een liggende mansfiguur met een ooievaar die ter afwering van de verraderlijke aanvallen van de nachtuil een takje van de plataan in de bek heeft. [2]
- tegengaan dat iets gebeurt
- Hagelkruisen plaatste men sedert de vroege middeleeuwen op kruispunten van landwegen, ter afwering van hagel en onweer. [3]
- (sport) (vechtsporten) techniek waarmee men voorkomt dat een aanval van de tegenstander succes heeft
- Mijn dochter, die van jongs af aan al in de dojo rondloopt, heeft op de middelbare school één keer meegemaakt dat een jongen haar wilde betasten. Met een simpele, maar resolute afwering, heeft ze hem duidelijk gemaakt dit niet meer te doen. [4]
- ter afwering van
- tot afwering van
- Het woord afwering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afwering" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Denslagen, W.Gouda. (2001) Waanders, Zwolle / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist; ISBN 90 400 9515 9; p. 224; geraadpleegd 2018-10-14
- ↑ Kolman, C. e.a.Monumenten in Nederland. Noord-Brabant. (1997) Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist / Waanders Uitgevers, Zwolle; ISBN 90 400 9945 6; p. 59; geraadpleegd 2018-10-14
- ↑ Keuvelaar, L.geciteerd in:Hooijmeijer, R.Aikido geeft zelfvertrouwen en maakt weerbaarder (7 december 2017) op website: deSchakelBarendrecht.nl; geraadpleegd 2018-10-14
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be