afstormen
- af·stor·men
- samenstelling van af bw en stormen ww
afstormen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afstormen |
stormde af |
afgestormd |
zwak -d | volledig |
- met grote snelheid en wildheid ergens naar toe gaan
- Dat zou bijvoorbeeld kunnen door een onbemand ruimteschip een asteroïde op sleeptouw te laten nemen. Dan zouden proeven kunnen worden gedaan om een asteroïde te vernietigen of om te leiden, mocht er ooit eentje lijnrecht op de aarde afstormen. [2]
- De 'boosdoener' zelf was zich van geen kwaad bewust. Hij vertelde niet goed te hebben gezien wat er gebeurde. 'In eerste instantie dacht ik ook even dat die bal naast ging. Maar toen kwam iedereen op me afstormen om me om de nek te vliegen', zei Kiessling. 'Verrast was ik wel.' [3]
- Frederique Abbink schrok zich deze woensdag een hoedje. Na een afspraak in Oldenzaal fietste ze terug naar haar woonplaats Hengelo. Plots zag ze vier koeien op haar afstormen, waarna ze snel de berm inreed. [4]
- Het woord afstormen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afstormen" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 10-06-13 Asteroïde met formaat van vrachtwagen scheert langs aarde
- ↑ Tubantia 19 okt. 2013 'Spookdoelpunt' gesprek van het weekend in Duitsland
- ↑ Tubantia Ron Hemmink 19 jul. 2017 Ontsnapte koeien rennen over fietspad naar Oldenzaal
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be