afsnoeren
- af·snoe·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afsnoeren |
snoerde af |
afgesnoerd |
zwak -d | volledig |
- samenstelling van af en snoeren
afsnoeren [1]
- met een snoer afbinden
- Het woord 'afsnoeren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afsnoeren" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be