avbinde
- av·bin·de
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
avbinde
- overgankelijk, (bouwkunde) samenvoegen (de individuele voegen in een houten structuur)
- overgankelijk, (medisch) afbinden, afsnoeren (een tumor of wrat)
- overgankelijk, (naaiwerk) rijgen
- [1]: føye sammen
- [1]: avbinding
- [2]: underbinde
- [3]: avgrense
- [1]: avbinde enkeltleddene i en trekonstruksjon
de verschillende onderdelen tot een houten voorwerp samenvoegen
- [2]: avbinde en svulst eller en vorte
een tumor of een wrat afsnoeren
- NAOB – Det Norske Akademis ordbok: avbinde