Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·snij·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afsnijsel afsnijsels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het afsnijselo

  1. verkorting, spreektaal van afsnijdsel
     Aardappelpuree als basis, groenten en een stuk vis. Voor dit oer-recept kan je niet alleen allerlei soorten vis kunt gebruiken maar vooral ook de afsnijsels ervan.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Recept van de dag: Fishermen Pie” (10 mei 2019), De Telegraaf
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be