• af·scher·men
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afschermen
schermde af
afgeschermd
zwak -d volledig

afschermen

  1. overgankelijk beschermen door het verborgen te houden
    • De bekende acteur schermt zijn privéleven zorgvuldig af. 
    • De politie schermt de identiteit van tipgevers onvoldoende af. 
  2. overgankelijk met een scherm scheiden, omsluiten
    • Bewoners van de Dokter Schräderlaan in het Brabantse Oisterwijk keken toch wat vreemd op, toen de werkzaamheden voor een nieuwe riolering waren voltooid. De lantaarnpaal die voorheen op het trottoir stond, staat nu plotseling op de rijbaan. Dat dat niet helemaal de bedoeling is, blijkt wel uit het feit dat de paal wordt afgeschermd door een rood-wit waarschuwingsbord. De gemeente Oisterwijk laat in een reactie weten dat het om een tijdelijke situatie gaat. [1] 
    • De nieuwe dam schermt het gebied af van de rivier. 
     Minister Micky Adriaansens van Economische Zaken wil dat eenmanszaken hun vestigingsadres straks volledig kunnen afschermen in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK). Ondernemers moeten als alternatief dan wel een postadres registreren. KVK schermt nu al op verzoek af bij een vermoeden van dreiging.[2]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Tubantia Gerben van den Broek en Tom Tacken 07-05-18 Verkeer Oisterwijkse woonwijk moet wel héél vreemd obstakel ontwijken
  2.   Weblink bron “Minister wil dat eenmanszaken adres kunnen afschermen bij KVK” (Woensdag 29 juni 2022), NU.nl
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be