schermde af
- Geluid: schermde af (hulp, bestand)
- scherm·de af
vervoeging van |
---|
afschermen |
schermde af
- enkelvoud verleden tijd van afschermen
- Ik schermde af.
- Jij schermde af.
- Hij, zij, het schermde af.
- Ik schermde af.
- Het woord schermde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.