afrotten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·rot·ten
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
afrotten [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afrotten |
rotte af |
afgerot |
zwak -t | volledig |
- door rotten ergens los van raken
- door rotten verloren gaan
- (scheldwoord) verrekken
Vertalingen
2. door rotten verloren gaan
|
Gangbaarheid
- Het woord 'afrotten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afrotten" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ afrotten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be