afroffelen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afroffelen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·rof·fe·len
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
afroffelen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afroffelen |
roffelde af |
afgeroffeld |
zwak -d | volledig |
- iets snel en slordig voltooien
- aframmelen, afranselen
- afschaven
Synoniemen
- [1] afraffelen
Gangbaarheid
- Het woord afroffelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.