Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • afo·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aforisme aforismen, aforismes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aforismeo

  1. (letterkunde) korte spreuk met een kernachtige boodschap
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen