afmartelen
- Geluid: afmartelen (hulp, bestand)
- af·mar·te·len
- samenstelling van af bw en martelen ww
afmartelen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afmartelen |
martelde af |
afgemarteld |
zwak -d | volledig |
- iets of iemand heel erg vermoeien
- zich zelf heel erg vermoeien
- Het woord afmartelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.